Proeven met fietssnelwegen zijn al een groot succes. Staatssecretaris Tineke Huizinga van Verkeer en Waterstaat
wil dat er deze kabinetsperiode
nog vijf pilots bijkomen, naast de vijf die er al waren.
Het kabinet stelt 25 miljoen euro beschikbaar voor deze extra fietssnelwegen.
De fiets moet bij een afstand tot 15 kilometer een volwaardig alternatief voor de auto worden.
Op een fietssnelweg hebben fietsers zoveel mogelijk voorrang en hoeven maar kort te
wachten bij verkeerslichten. Een fietssnelweg is altijd zo recht mogelijk en bevat zo min mogelijk
kruisingen.
Verder kunnen fietssnelwegen vele vormen aannemen,
inclusief overkappingen en wind-in-de-rug constructies.
In het ideale geval is een fietssnelweg verlicht en beplant, zodat de fietser weinig last heeft van de wind.
Naast een goed ontwerp zijn ook goede stallingen bij bedrijven, instellingen en stations belangrijk.
Huizinga verwacht met fietssnelwegen duizenden mensen extra op de trappers te krijgen. Die conclusie trekt ze uit een proef met de vijf bestaande fietssnelwegen, onder meer tussen Amsterdam en Utrecht, Zwolle en Kampen en tussen Breda en Etten-Leur. "Normaal pakken mensen tot 7,5 kilometer wel de fiets. Maar dankzij de fietssnelweg laat 5 procent van alle autorijders tot een afstand van vijftien kilometer de wagen staan", zegt de staatssecretaris.
Op routes waar een fietssnelweg is aangelegd, lijken files met één tot twee procent te krimpen. Huizinga: "Natuurlijk is dit niet dé oplossing tegen files, maar het helpt wel. Bovendien voelt een fietser zich fitter en daalt het ziekteverzuim."
De populaire elektrische tweewieler verklaart volgens de staatssecretaris deels het succes van de fietssnelweg. "Dankzij dat motortje kun je tegenwoordig ook per fiets fris op je werk aankomen. En niet meer rood en bezweet zoals vroeger."
Naast verbeteren van bestaande fietspaden kijken overheden ook naar de mogelijkheid van nieuwe fietspaden, bijvoorbeeld parallel aan spoorwegen.
Deskundigen zijn bang dat een fietssnelweg niet echt een oplossing is, en het gebruik beperkt blijft tot een handvol sportievelingen.
Fietsen is nu eenmaal inspannend, en dat is niet bij elke Nederlander populair.
Critici van fietssnelwegen zien meer iets in het inzetten van de middelen om het voor- en natraject van het openbaar
vervoer te verbeteren. Hier zou de fiets een goede rol kunnen vervullen. Te denken valt aan bewaakte fietsenstallingen. Ook op dit
gebied wil de staatssecretaris een impuls geven door 100.000 extra plaatsen in fietsstallingen bij trein- en busstations aan te leggen.