GroenLinks plant stiekem bloementjes. Guerrilla gardening heet dit uit Amerika overgewaaide fenomeen. Gewapend met schepjes, zaadjes en stekjes trekken partijleden door de straten. Ze toveren verwaarloosde gemeenteplantsoenen om tot bloemperkjes. Een beetje ondeugend is dat wel, het gebeurt zonder toestemming.
GroenLinks wil via guerilla gardening aandacht vragen voor het milieu: ludiek, niet betuttelend. En zo ziet partijleider Femke Halsema het graag. Ze wil dat GroenLinks ondogmatisch is en een tikje anarchistisch. Op een speciale website zijn alle groene acties van GroenLinks te volgen.
Guerrilla gardeners bestaan al sinds de jaren zeventig. Een kunstenares in New York plantte tomaten in de hopen vuilnis in haar
buurt en die deden het wonderwel. Haar voorbeeld werd gevolgd door anderen in de Verenigde Staten en later in Europa en zelfs Afrika.
Guerrilla gardeners dragen als echte revolutionairen schuilnamen, zoals Helen 1106 of Sally and Albert.
Echte guerrilla gardeners hebben wapens. Een zaadbom, een oude ballon of kerstbal gevuld met zaadjes, veenmos, mest en water, is doeltreffend.
Het kan nog sneller: vanuit de auto een handje schijnpapaverzaadjes, en de rotonde bloeit in een mum van tijd.
Tips over wat, waar en wanneer te planten zijn te vinden op www.guerrillagardening.org.
Lavendel frist vervuilde steden op, muurpeper is taai, vlinderstruik doet het ook vanuit een barst in de muur.